Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel
De Atlassen van de archeologische ondergrond van het Brussels Gewest, gepubliceerd per gemeente, bevatten elk een kaart van de bekende archeologische vindplaatsen, een kaart van archeologische potentieel, een synthese van de historiek van de gemeente en een inventaris van de archeologische vondsten.
Een publicatie vinden :
Standaard weegave volgens de omgekeerde orde van het jaar of nummer.
- Om ze anders te klasseren (Collectie, Nr of auteurs), klik op de titel van de gewenste kolom;
- Om de volgorde om te keren, klik opnieuw op het hoofd van de kolom;
- U kan ook het zoekveld of de filter gebruiken.
Titel | Collectie | Nr./Jaar | Auteur(s) | Ondertitel | Hoofdtekst | Jaar | Nr wettelijk depot | Isbn-nummer | Aantal pagina's | Aanbevolen prijs | Link pdf | Link e-book | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Anderlecht | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 8 | Cabuy Yves Demeter Stéphane met bijdrage van de Waha Michel | Het grondgebied van Anderlecht wordt doorkruist door de Zenne en een aantal van haar zijtakken – de Broek, de Pede en de Vleze – die bepalend geweest zijn voor menselijke inplantingen. Enkele «half-landelijke» gebieden, zoals Neerpede, vormen een overgang tussen de sterk verstedelijkte agglomeratie Brussel en de landbouwgronden in het noordwesten van Vlaams-Brabant. De oudste periodes werden tot op heden hoofdzakelijk aangetroffen ter hoogte van het Sint-Annaveld (Romeinse villa en Merovingisch grafveld). De middeleeuwse dorpskern ontwikkelde zich tegelijk met tal van gehuchten: Aa, Veeweide, Paepsem, Broek, Curegem, … |
1994 | D/1994-0550-23 | 192 | ||||||
Sint-Agatha-Berchem | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 1 | Cabuy Yves Demeter Stéphane Leuxe Françoise | De archeologische kaart van Sint-Agatha-Berchem laat zien dat de sites zich hoofdzakelijk situeren in de nabijheid van de oude dorpskern, op de Zavelberg en nabij ‘t Hof te Overbeke. Uit de prehistorie dateren er enkele artefacten in silex, zoals een mesolithische klingkern (tevens het oudste voorwerp gevonden op het grondgebied van de gemeente), een fragment van een gepolijste bijl, en een geretoucheerde kling uit het neolithicum. Alle andere archeologische sites die opgenomen werden in de inventaris dateren uit de middeleeuwen of de nieuwe tijd: kerk, pastorie, kerkhof, kapellen, boerderijen en buitenverblijven. |
1992 | D/1992/0550/13 | 47 | 1 | |||||
Sint-Lambrechts-Woluwe | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 2 | Cabuy Yves Demeter Stéphane Leuxe Françoise | De Woluwevallei was, minstens vanaf het neolithicum, steeds aantrekkelijk voor de mens om zich te settelen. In Sint-Lambrechts-Woluwe werden een aantal vondsten uit deze periode aangetroffen in de nabijheid van de Lindekemalemolen en ter hoogte van het Kapelleveld. De Romeinse periode is, ondanks de vondsten van een aantal munten, minder goed gekend in deze gemeente. Vermeldingen in de bronnen vanaf de 12e eeuw van de Sint-Lambertuskerk, wijzen op het bestaan van het middeleeuwse dorp. De geschiedenis van Sint-Lambrechts-Woluwe tijdens het Ancien Régime kenmerkt zich door een nauwe betrokkenheid met de naburige dorpen en in het bijzonder met Sint-Pieters-Woluwe. |
1992 | D/1992/0550/14 | 95 | 1 | |||||
Ukkel | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 3 | Cabuy Yves Demeter Stéphane Leuxe Françoise | Op de archeologische kaart van Ukkel komen quasi alle periodes voor. De mens moest zich steeds aanpassen aan een harde natuurlijke omgeving met afwisselend diepe valleien, heuvels en plateaus in de richting van het Zoniënwoud. Tal van silex artefacten bewijzen dat dit gebied reeds tijdens het neolithicum bewoond was. Uit de ijzertijd en de Romeinse tijd komen eveneens enkele belangrijke ontdekkingen (onder andere een crematiegraf, een versterking, munten en aardewerk). Een veertigtal sites uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd tonen een landschap dat sterk gevormd was door de mens en dat bestond uit dorpen en gehuchten, hoeves, molens, kastelen en verbindingswegen. |
1993 | D/1992/0550/16 | 151 | 1 | |||||
Vorst | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 4 | Cabuy Yves Demeter Stéphane Leuxe Françoise | De oudste materiële resten die gevonden werden op het territorium van Vorst dateren allemaal uit het neolithicum: gepolijste bijlen, een geretoucheerde kling en een schrabber. Het middeleeuwse dorp werd al in 1105 vermeld en was toen al de zetel van een autonome parochie. In het begin van de 12e eeuw vestigde zich een benedictijnse gemeenschap in de gemeente, die steeds meer invloed ging hebben op het landschap en op het dagelijkse leven. De Geleytsbeek voedde verscheidene molens van het dorp, ook deze van de abdij. De archeologische kaart toont eveneens een aantal boerderijen, een brouwerij en een schandpaal op de Galgenberg nabij de Hoogte Honderd. |
1993 | D/1992/0550/15 | 67 | 10,00 | |||||
Jette | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 5 | Blanquart Patricia Cabuy Yves Demeter Stéphane | Een groot deel van de gemeente Jette wordt doorkruist door de Molenbeek. Deze linker zijtak van de Zenne sneed een van de breedste valleien uit, die een sterke invloed gehad heeft op de ontwikkeling van menselijke aanwezigheid tijdens de Romeinse tijd en de daaropvolgende middeleeuwen. Bovendien beïnvloedde ze ook het ontstaan van het modern stedelijk weefsel. De oudste sporen van een menselijke aanwezigheid – silex artefacten – dateren uit het neolithicum. De Romeinse periode kenmerkt zich door de aanwezigheid van een villa nabij het Laarbeekbos, terwijl de middeleeuwen en de nieuwe tijd onlosmakelijk verbonden zijn met de premonstratenzerabdij van Dielegem. |
1994 | D/1994/0550/7 | 95 | ||||||
Sint-Joost-ten-Node | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 6 | Cabuy Yves Demeter Stéphane met de medewerking van Leuxe Françoise | De oudste materiële getuigenis gevonden op het grondgebied van Sint-Joost-ten-Node is een neolithische pijlpunt. Het ontstaan van het middeleeuwse dorp is te koppelen aan het bevolken en de ontginning van de Maalbeekvallei. De eerste vermelding van dit dorp, in de 13e eeuw, gaat inderdaad over moeras- en vijverontginning. Initieel hangen de inwoners van Ten Node af van de parochie van Sint-Goedele. De constructie van de tweede stadsomwalling van Brussel, in de tweede helft van de 14e eeuw, zorgt echter voor een zodanig duidelijke geografische scheiding, dat er een kapel – gewijd aan Sint-Joost – gebouwd wordt in dit gehucht, waaraan de gemeente vervolgens haar naam ontleende. |
1994 | D/1994/0550/14 | 55 | 10,00 | |||||
Etterbeek | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 7 | Cabuy Yves Demeter Stéphane met de medewerking van Leuxe Françoise | Het grondgebied van Etterbeek werd vanaf de middeleeuwen ontgonnen, in het bijzonder door religieuze instellingen zoals de Ter Kamerenabdij en het Sint-Gertrudishospitaal. De hellingen van de vallei van de Broebelaar werden gebruikt voor de graanteelt. In de Maalbeekvallei konden de weidegronden echter niet ontgonnen worden, gezien de alluviale vlakte niet voldoende breed was. Men legde er een reeks vijvers aan bestemd voor de visvangst en de aandrijving van verscheidene molens. In de omgeving van de Zavelenberg bevonden zich bovendien enkele zand- en steengroeves. De oudste vondst in Etterbeek, een fragment van een paleolithisch werktuig, werd gedaan in de Maloulaan. Het neolithicum in de gemeente kenmerkt zich door twee clusters van werktuigen, aangetroffen in de Oudergemselaan en de Baron Lambertstraat en door een kling in silex die gevonden werd in de Gérardstraat. De tien middeleeuwse en postmiddeleeuwse sites zijn duidelijk in twee ensembles te situeren: de oude dorpskern rond de Sint-Gertrudiskerk en de vallei van de Maalbeek met het wad van Eggevoorde. Andere plaatsen vervolledigen de archeologische kaart: het eigendom Hap, het gehucht Oud Geleeg en de voormalige Onze- Lieve-Vrouwkapel van De Jacht. |
1994 | D/1994/0550/16 | 59 | 10,00 | |||||
Watermaal-Bosvoorde | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 9 | Cabuy Yves Demeter Stéphane met de medewerking van Leuxe Françoise met bijdrage van Langhor Roger | Nog meer dan de helft van het grondgebied van de gemeente Watermaal-Bosvoorde wordt ingenomen door het Zoniënwoud. Het is in deze beboste regio, nabij de Molenvijver, dat de Woluwe ontspringt. Deze beek en haar zijarmen, maar eveneens het reliëf, speelden een uiterst beslissende rol voor de menselijke bewoning. De hoogste heuvels werden tijdens het neolithicum uitgekozen voor het optrekken van een – al dan niet versterkte – nederzetting. Tijdens de middeleeuwen en postmiddeleeuwen maakte men eveneens handig gebruik van de beek en het bos, door er hoeves, molens en andere wooncomplexen op te trekken. |
1994 | D/1994/0550/28 | 99 | 10,00 | |||||
Brussel / Vijfhoek, Archeologisch potentieel | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 10.1 | Cabuy Yves Demeter Stéphane | 1995 | D/1995/0550/6 | 58 | |||||||
Brussel / Vijfhoek - Archeologische ontdekkingen | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 10.2 | Cabuy Yves Demeter Stéphane met de medewerking van de Poorter Alexandra met de bijdragen van Dumortier Claire Fontaine Chantal | De vijfhoekige vorm van de binnenstad komt grotendeels voort uit het tracé van de tweede, 14e-eeuwse, stadsomwalling. Na haar ontmanteling, vanaf het einde van de 18e eeuw, maakten de stadsmuren plaats voor verschillende lanen… de huidige Kleine Ring. De grote site, gelegen binnen de stadsomwalling, vormde zich geleidelijk aan doorheen de eeuwen en is in feite een oneindig onderzoeksgebied. Elk perceel, elke straat, alle gebouwen en elke groene zone bezit immers een sterk archeologisch potentieel die opeenvolgende bewoningsfasen omvatten. De aangetroffen materiële getuigenissen – van gisteren, vandaag of morgen – dragen allen bij tot een beter inzicht in de geschiedenis van Brussel.
|
1997 | D/1997/6860/1 | 263 | 10,00 | |||||
Koekelberg | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 11 | Cabuy Yves Demeter Stéphane | Tot op vandaag werd er geen enkele archeologische vondst gedaan op het grondgebied van Koekelberg. De kaart van de vindplaatsen toont dan ook enkel de heerlijkheid van Koekelberg en haar belangrijkste gebouwen: kasteel, boerderij, kapel en brouwerij. De geschiedenis van dit van origine middeleeuwse geheel is enkel te begrijpen op regionale schaal. Vermoedelijk ontstond het na een versnippering van het primitieve domein van Molenbeek, waartoe de heerlijkheid van Koekelberg nog tot in de 18e eeuw behoorde. De verschillende constructies van dit voormalige centrum verdwenen allen door de verstedelijking van de gemeente op het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. |
1995 | D/1995/0550/28 | 45 | 10,00 | |||||
Brussel / Noord-Oostwijk | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 12 | Cabuy Yves Demeter Stéphane | Deze uitbreiding van Brussel ontstond in de loop van de 19e en 20e eeuw door de versnippering van Etterbeek, Elsene, Sint-Joost-ten-Node en Schaarbeek. Ze bestaat uit de Leopoldswijk, de Squareswijk en het Jubelpark. De oudste ontdekkingen dateren hier uit het neolithicum. Het gaat telkens om artefacten in silex. De archeologische kaart toont voor de middeleeuwen en de nieuwe tijd geen bewoningscentrum. Er is geen dorp te zien noch een kerk, maar wel een aantal verspreidde gebouwen: de heerlijkheid van Eggevoorde, molens op de Maalbeek, de wijk van de vestingwerken vlakbij de stad en enkele residenties van de Brusselse burgerij. |
1997 | D/1997/6860/5 | 56 | 10,00 | |||||
Sint-Gillis | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 13 | Guillaume Alain Meganck Marc | Deze atlas van de archeologische ondergrond van de gemeente Sint-Gillis kwam tot stand door de samenwerking van de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Hij reikt niet alleen een inventaris en een studie van het gevonden materiaal aan maar ook een lijst van archeologische vindplaatsen. Daartoe behoort een reeks middeleeuwse en postmiddeleeuwse sites zoals de kasteelhoeve van Bethlehem, het fort van Monterey, de windmolens aan De Bareel of de Hydraulische machine op het Bronnenterrein. Naast deze archeologische en historische gegevens wordt het belang van het natuurlijk milieu in interactie met de menselijke activiteiten onder de aandacht gebracht. Aangezien alle informatie werd gekarteerd, kan dit werk ook ais hulpinstrument worden gebruikt om archeologische interventies te verkrijgen in het raam van steden bouwkundige projecten. |
2004 | D/2004/6860/008 | 96 | 10,00 | |||||
Sint-Pieters-Woluwe | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 14 | Guillaume Alain Meganck Marc | Deze atlas van de archeologische ondergrond van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe kwam tot stand door de samenwerking van de Directie Monumenten en Landschappen en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. H ij reikt niet alleen een inventaris en een studie van het gevonden materiaal aan maar ook een lijst van archeologische sites. De paleolithische bifaciaal van het Montgomeryplein en de vele voorwerpen aangetroffen in Stokkel (voornamelijk van het Neolithicum tot de Romeinse periode) getuigen van de vroegste bewoning op dit grondgebied. Voor de middeleeuwse en post-middeleeuwse periode telt men onder meer drie belangrijke hoeves in de gehuchten Bemel, Stokkel en Bovenberg. Naast deze archeologische en historische gegevens wordt het belang van het natuurlijk milieu in interactie met de menselijke activiteiten onder de aandacht gebracht. Aangezien alle informatie werd gekarteerd, kan dit werk ook als hulpinstrument worden gebruikt om archeologische interventies te verkrijgen in het kader van stedenbouwkundige projecten.
|
2004 | D/2004/6860/012 | 119 | 10,00 | |||||
Elsene | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 15 | Guillaume Alain Meganck Marc met bijdragen van Degraeve Ann Sosnowska Philippe | Deze atlas van de archeologische ondergrond van de gemeente Elsene kwam tot stand door de samenwerking van de Directie Monumenten en Landschappen en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Hij reikt niet alleen een inventaris en een studie van het gevonden materiaal aan maar ook een lijst van archeologische sites. We krijgen te maken met alle grote stappen van de menselijke evolutie. Het onderzochte grondgebied heeft enkele paleontologische overblijfselen ouder dan 100 000 jaar prijsgegeven, naast enkele neolithische, Romeinse en Merovingische resten. Een groot aantal vindplaatsen dateren van de middeleeuwse en postmiddeleeuwse tijden: van Opper Elsene tot het gehucht Boendael via de oude dorpskern bij de Vijvers Van Elsene, de oude cisterciënzerabdij Ter Kameren of Ten Bosch. Naast deze archeologische en historische gegevens wordt het belang van het natuurlijk milieu in interactie met de menselijke activiteiten onder de aandacht gebracht. Aangezien alle informatie wordt gekarteerd, kan dit werk ook ais hulpinstrument worden gebruikt om archeologische interventies te verkrijgen in het kader van stedenbouwkundige projecten. |
2005 | D/2005/6860/006 | 978-2-96005-025-7 | 136 | 10,00 | ||||
Schaarbeek | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 16 | Guillaume Alain Meganck Marc met bijdrage van Dumortier Claire | De atlas van de archeologische ondergrond van de gemeente Schaarbeek kwam tot stand door de nauwe samenwerking tussen de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Hij reikt niet alleen een inventaris en een studie van het gevonden materiaal aan maar ook een lijst van archeologische sites. De eerste getuigen van menselijke activiteit in Schaarbeek gaan terug tot het Mesolithicum en het Neolithicum. Verschillende vindplaatsen dateren uit de Eerste IJzertijd en vooral uit de Romeinse periode met twee rijke graven, ontdekt ter hoogte van de Haachtsesteenweg. Voor de middeleeuwse en post-middeleeuwse periode tellen we voornamelijk vier woonkernen die ontstaan rondom de oude Sint Servaeskerk, bij de Voorde, in het gehucht Helmet en in Linthout. Naast deze archeologische en historische gegevens wordt het belang van het natuurlijk milieu in interactie met de menselijke activiteiten onder de aandacht gebracht. Aangezien alle informatie wordt gekarteerd, kan dit werk ook ais hulpinstrument worden gebruikt om archeologische interventies te verkrijgen in het kader van stedenbouwkundige projecten. |
2006 | D/2006/6860/008 | 978-2-93045-701-7 | 142 | 10,00 | ||||
Sint-Jans-Molenbeek | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 17 | Guillaume Alain Meganck Marc met bijdrage van Charruadas Paulo | Deze atlas, gewijd aan Sint-JansMolenbeek, werd gerealiseerd in het kader van een nauwe samenwerking tussen de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Deze atlas geeft een inventaris van de archeologische sites evenals een studie van de vondsten binnen het Molenbeeks grondgebied. Alhoewel men enkele sites heeft gevonden uit de Prehistorie (Neolithicum,) is de belangrijkste vondst tot op heden een waterput en twee graven uit de Romeinse tijd op het Laekenveld. Het grootste deel van de archeologische sites die werden opgetekend hebben evenwel betrekking op de Middeleeuwen en de Moderne Tijd. Deze laatste zijn verspreid over verschillende zones, rond de Gentsesteenweg, de omgeving van de Sint-Jan-Baptistkerk, in de nabijheid van de kasteelhoeve Karreveld of nog in de gehuchten Beekkant en Moortebeek. Tenslotte omvat dit werk een reeks syntheses (natuurlijke omgeving, archeologie en geschiedenis) maar ook aanbevelingen die, in de toekomst , een aangepast beheer zullen mogelijk maken van de verschillende gerepertorieerde archeologische zones. |
2007 | D/2007/6860/006 | 978-2-93045-712-3 | 141 | 10,00 | ||||
Evere | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 18 | Guillaume Alain Meganck Marc | Dee atlas van de archeologische ondergrond van de gemeente Evere is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. De meeste van de geïnventariseerde sites van Evere dateren uit de middeleeuwse en de postmiddeleeuwse periode. Archiefbronnen vanaf de 12de eeuw getuigen van het ontstaan van het dorp Evere op de rechteroever van de Zenne. Het oude centrum - laag-Evere - ontwikkelde zich rond de Sint-Vincentiuskerk. Hier konden o.m. het kasteel van de heren van Evere, de pastorie, een brouwerij, een tiendenschuur, een herberg, verschillende hoeves en een buitenhuis worden gelokaliseerd. De Haachtsesteenweg vormde lange tijd de grens van het woongebied. Ten zuiden van deze steenweg lagen een leprozenhuis en de Sint Vincentiuskapel. Hoog-Evere, ten zuiden van de Haachtsesteenweg, bestond nog tot het einde van de 19de eeuw uit weiland en velden. Desondanks bevinden zich in de buurt van het vroegere tracé van de Leuvensesteenweg enkele middeleeuwse sites (jachthuis, terechtstellingsplaatsen). |
2008 | D/2008/6860/008 | 978-2-93045-722-2 | 94 | 10,00 | ||||
Brussel / Louizawijk | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 19 | Meganck Marc Guillaume Alain met bijdrage van Degraeve Ann | Deze atlas is gewijd aan de Louizawijk en is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofstedelijk Gewest en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. De Louizawijk maakt deel uit van de stad Brussel en omvat de Louizalaan en haar onmiddellijke omgeving, het Terkamerenbos evenals de Rooseveltlaan en een deel van de Solbosch. De atlas biedt een exhaustieve inventaris van de gekende archéologische documentatie over di deel van Brussel. De meeste van de sites dateren uit de middeleeuwen of uit de moderne tijd. Het gaat om vooruitgeschoven verdedigingswerken van de tweede stadsomwalling, de site De Cluyse, dat achtereenvolgens als kluizenaarswoning en als buitenhuis dienst deed, het gehucht Den Verkeerden Haan en de Terkamerenabdij, een van de best bewaarde kloostergehelen in het Brussels Gewest. Ten slotte vindt u in deze uitgave syntheses (natuurlijke omgeving, geschiedenis en archeologie) en aanbevelingen op basis waarvan de geïnventariseerde archeologische gebieden op gepaste wijze kunnen worden beheerd. |
2009 | D/2009/6860/011 | 978-2-93045-740-6 | 126 | 10,00 | ||||
Ganshoren | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 20 | Meganck Marc Guillaume Alain | Dit 20e deel van de Atlassen van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel is aan Ganshoren gewijd. Het is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de Directie Monumenten en Landschappen en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. De meeste geïnventariseerde archeologische sites dateren uit de middeleeuwen of uit de moderne tijd. Vanaf 1112 komt het dorp Ganshoren in de archiefbronnen voor: het ontstaat rond een kapel die aan Sint-Maarten is gewijd. Daar bevond zich o.m. een oude boerderij - het Vlierhof – en een tiendschuur. Niet ver van de dorpskern lagen verschillende landbouwbedrijfjes: de zogenaamde Pampoel, een reeks kleine boerderijtjes rond de M. Demesmaekerstraat, en Heideken, een herberg-hoeve ter hoogte van de Eeuwfeestsquare. Het kasteel de Rivieren, tussen het dorpscentrum en de vallei van de Molenbeek, vormt een van de meest opmerkelijke sites. Opgravingen wijzen op zijn bestaan vanaf de 12de eeuw. Het ontwikkelde zich rond een 13de-eeuwse vestingtoren, waar verschillende vleugels tegenaan werden gebouwd (15de-19de eeuw). Behalve een inventaris van de archeologische sites en opgravingen, biedt dit werk syntheses (natuurlijk kader, geschiedenis) en een reeks aanbevelingen die de aandacht |
2009 | D/2009/6860/016 | 978-2-93045-745-1 | 77 | 10,00 | ||||
Oudergem | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 21 | Meganck Marc Guillaume Alain Modrie Sylvianne Van Bellingen Stephan met bijdragen van Modrie Sylvianne Van Bellingen Stephan | De vijftig vindplaatsen op de archeologische kaart van de gemeente Oudergem vertegenwoordigen de voornaamste etappes in de evolutie van de mens, van de Prehistorie tot de 18de eeuw. De inplantingen en de activiteiten hebben ruim voordeel weten te halen ui de aanwezigheid van het Zoniënwoud, dat nog steeds zo goed als een derde van de oppervlakte inneemt. Ze hadden bovendien baat bij een hydrografisch netwerk dat geschikt was voor landbouw en de bouwvan molens: de Woluwevallei. De oudste archeologische vondsten dateren uit het Paleolithicum, maar ook het Neolothicum is goed vertegenwoordigd. De oudste dorpskern ontwikkelde zich in de middeleeuwen in de omgeving van de Sint-Annakapel, een heiligdom dat dateert uit de 16de of de 17de eeuw. Na de oprichting van de priorij van de dominicanessen van Hertoginnedal (1262), heeft het woongedeelte zich verplaatst in de richting van de huidige Waversesteenweg. Een eeuw later werd een tweede kloostercomplex opgetrokken, ditmaal aan de toegang tot het Zoniënwoud: de Augustijnenpriorij Rood Klooster. Met betrekking tot het ancien régime werd een kasteel gelokaliseerd in Drie Fonteinen, net als verschillende landbouwuitbatingen en enkele buitenhuizen. Dit eenentwintigste deel van de Atlas van de archeologische ondergrond van het gewest Brussel biedt ook een gedetailleerde inventaris van de archeologische vondsten in Oudergem en een reeks aanbevelingen voor het geheel van het archeologische potentieel van de gemeente. |
2010 | D/2010/6860/008 | 978-2-93045-749-9 | 200 | 10,00 | ||||
Brussel / Haren | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 22 | Meganck Marc Guillaume Alain | De vroegere gemeente Haren werd in 1921 bij de stad Brussel geannexeerd. De oudste archeologische vondst op haar grondgebied was een harpoen in hertengewei uit het Mesolithicum. Het grootste deel van de vindplaatsen dateert echter uit de middeleeuwen en uit de nieuwe tijd. Het bestaan van het dorp wordt bevestigd vanaf de 11de eeuw. Haren ontwikkelde zich op de zogenaamde Harenberg, niet ver van de samenvloeiing van de Zenne en de Woluwe. Vlakbij de Sint-Elisabethkerk lagen de pastorie, een brouwerij, boerderijen en een godshuis. In de dorpskern of in de rand ervan stonden ook meerdere buitenhuizen of kastelen: Ter Elst, Flodrop, Cortenchach en de Campagne Renson. Ten slotte noteren we enkele hydrografische werken op het kanaal van Willebroek en op de Zenne: het aquaduct Drie Gaten, de Sint-Michielsmolen, de sluizen De Ark en Den Ham. Haren bezit vandaag, ondanks de industrialisatie en de ontwikkeling van de spoorweg in de 19de en 20de eeuw, een rijk archeologisch en architecturaal potentieel, zoals blijkt uit de boerderij Castrum en haar opmerkelijke portaaldonjon uit het einde van de 13de eeuw. Deze Atlas biedt niet enkel een plaatsbepaling en een beschrijving van de archeologische sites, maar ook een aantal syntheses (natuurlijk, archeologisch en historisch kader) en aanbevelingen. Deze zullen richtinggevend zijn bij de bepaling van het beheer van de geïnventariseerde archeologische zones. |
2010 | D/2010/6860/020 | 978-2-93045-760-4 | 96 | 10,00 | ||||
Brussel / Neder-Over-Heembeek | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 23 | Meganck Marc Guillaume Alain | De oude gemeente Neder-Over-Heembeek is ontstaan in 1814 uit de samenvoeging van twee naburige dorpen. Sinds 1921 maakt ze deel uit van Brussel-stad. Neder-Heembeek lag rond de Sint-Pieterskerk, waarvan nog enkel de romaanse toren overblijft. Het ouderlingentehuis (De Kluis), dat in 1487 tegenover het heiligdom werd opgetrokken, vormt tot op vandaag een opmerkelijk voorbeeld van Brabantse burgerlijke architectuur. De dorpskern telde ook een herenwoning: het kasteel van Meudon, waarvan de inkompaviljoenen bewaard bleven. Naar het kanaal van Willebroek toe, dat in 1561 in gebruik werd genomen, lagen enkele herbergen (Versailles, Marly, ...) voor de wandelaars die van Brussel kwamen. Neder-Heembeek telde ook enkele boerderijen, zoals het hof van Wolumont of dat van Craeyenhoven in Ransbeek waar ooit de Sint-Lendrikskapel en het kasteel van Moriensart stonden. In het centrum van Over-Heembeek stond de Sint-Niklaaskerk. In dit dorp bevonden zich ook de pastorie, Beyaerd genaamd, een watermolen, een buitenhuis en een groot landbouwbedrijf, de boerderij Den Bels, het laatste complex van die soort dat op het grondgebied van Brussel-stad bewaard bleef. Deze Atlas biedt niet enkel een plaatsbepaling en een beschrijving van de archeologische sites, maar ook een aantal syntheses en aanbevelingen. Deze zullen richtinggevend zijn bij de bepaling van het beheer van de geïnventariseerde archeologische zones. |
2011 | 978-2-93045-766-6 | 119 | 10,00 | |||||
Brussel / Laken | Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel | 24 | Meganck Marc Guillaume Alain | Sinds 1921 is de voormalige gemeente Laken toegevoegd aan het grondgebied van de Stad Brussel. De sites en archeologische ontdekkingen die in deze Atlas in kaart gebracht zijn, vertegenwoordigen de periodes vanaf de prehistorie tot de 18de eeuw. De oudste ontdekking dateert uit het paleolithicum, en daarnaast werden er ook enkele vondsten uit het neolithicum aangetroffen. Opvallend voor Laken is ook het grote aantal sites uit de Romeinse periode, zoals de villa’s van Hoogleest en Stuyvenberg. De middeleeuwse dorpskern ontwikkelde zich rond de oude Onze-Lieve-Vrouwkerk waarvan alleen nog het koor overblijft. Voor het ancien régime werden er meer sites geregistreerd: kastelen, molens, hoeves, bierhuizen en herbergen. Naast het eigenlijke dorp omvatte Laken eveneens verschillende gehuchten: Drootbeek, Osseghem, Cauweghem, Ter Plast, Hoogleest en Nederleest. De omgeving van het Willebroekkanaal was lange tijd een geliefkoosde wandelbestemming bij de Brusselse adel en bourgeoisie, waarna ze uitgroeide tot een vooraanstaand economisch centrum. Het grondgebied van Laken is erg groen, ondermeer door de aanwezigheid van een groot publiek park en het koninklijk domein waar overigens diverse archeologische zones geïdentificeerd werden. Naast de plaatsaanduiding en historiek van de verschillende sites, bevat dit volume ook een reeks syntheses en aanbevelingen, om het archeologisch erfgoed optimaal te beheren in de toekomst. |
2012 | 978-2-93045-776-5 | 143 | 10,00 |