De Wapengilden van Brussel
Stiel en bedrevenheid bij het hanteren van oude wapens
schermen, boogschieten en kruisboogschieten
Tijdens het Ancien Régime waren ze met vijf, momenteel zijn er nog vier overgebleven: de Wapengilden van Brussel, hoeders van de rituelen en de tradities van de oude stadsmilities die Brussel gewapenderhand verdedigden. Sommigen gaan terug tot de veertiende eeuw, en geven sindsdien de stiel en de bedrevenheid bij het hanteren van oude wapens door, zodat deze traditie bewaard blijft: schermen, boogschieten en kruisboogschieten.
Het Groot Koninklijk Serment en van St-Joris der Kruisboogschutters van Brussel, het `Ancien Grand Serment Royal et Noble des Arbalétriers de Notre-Dame au Sablon´, het `Grand Serment Royal des Archers de Saint-Sébastien´ en het `Serment Royal des Saints Michel et Gudule´ of het `Serment des Escrimeurs de Bruxelles´ zijn de erfgenamen van deze wapengilden. Hun schutsheiligen sieren niet enkel het kerkportaal en de glas-in-loodramen van de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk, maar ook de gevel van het Stadhuis van Brussel. In het stadhuis van Brussel zijn hun wapenschilden verwerkt in het plafond van de Trouwzaal; in de Zavelkerk kregen ze een plaats in het koor.
De wapengilden konden bloeien door de gooi naar de macht van de ambachten in de steden: de ambachtslieden eisten toen van de wapengilden dat ze de bescherming en de verdediging van de stad op zich namen. De metselaars, slagers, stoelmakers voelden zich niet geroepen om de wacht op te trekken op en rond de omwalling en voor het stadhuis en het hertogelijk paleis. Ze brachten hun gewapende garde, die tot dusver in dienst stond van de gilden, onder in de wapengilden. Deze wapengilden werden in Brussel voortaan ingezet als stadswachten, wetsdienaren en brandblussers:
eerst twee in 1381, daarna drie, en vervolgens vijf gilden aan het einde van de vijftiende eeuw. Rond die tijd begon het hertogelijk bestuur zich zorgen te maken over de aanwezigheid van deze gewapende milities in zijn gebieden, waarover dit bestuur immers geen enkel gezag uitoefende. Daarom eiste de hertog dat deze gezellen een eed van trouw zwoeren aan hun vorst. Dit verklaart waarom deze wapengilden de `Sermenten´ werden genoemd. Tijdens de Franse periode werden de Sermenten verboden: hun gildehuizen op de Grote Markt en het terrein van de kruisboogschutters, gelegen langs de stadsmuur onder de Coudenberg werden geplunderd en hun collecties raakten verspreid. Zodra het weer mogelijk werd, hebben de kruisboogschutters zich opnieuw verenigd en zo zijn de twee huidige Sermenten tot stand gekomen. De schermers hebben tot de tweede helft van de twintigste eeuw gewacht om het Serment nieuw leven in te blazen. In afwachting werden ze ondergebracht bij de `Arbalétriers de Notre-Dame au Sablon´.
In het jonge België speelden de wapengilden een zeer grote rol bij het in ere herstellen van een gemeenschappelijke geschiedenis en gebruiken en het ontstaan van een Belgisch samenhorigheidsgevoel. De hoogste gezagsdragers, namelijk de stad, de staat en in het bijzonder onze eerste koningen hebben deze wedergeboorte ondersteund. Deze verenigingen behoorden overigens tot de eersten van het land die zich `koninklijk´ mochten noemen.
De Sermenten zijn verenigingen die zowel mannen als vrouwen onder hun leden tellen, die regelmatig oefenen in wapengebruik, belangstelling tonen in de Brusselse geschiedenis en tradities en broederlijk en kameraadschappelijk onderling toernooien organiseren. Ze zijn steunpilaren van de Ommegang.
Serment Royal des Saints Michel et Gudule ou des Escrimeurs de Bruxelles
Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed
Referentie: 5000-0013
(Nr: PCI/CIE BRU0013)
Het 'Serment Royal des Saints Michel et Gudule ou des Escrimeurs de Bruxelles' houdt de traditie van het boogschieten en schermen levendig en is de hoeder van de gebruiken en waarden in de schermkunst.
De oorkonde van 1480 over de werking en de rechten van het gilde vormt als het ware de oprichtingsakte van het Serment. Vanaf dat ogenblik staat het Serment mee in voor de verdediging van de stad en haar machtscentra zoals het stadhuis en het paleis op de Koudenberg.
Terwijl de kruisboogschutters hun verboden gilden tijdens de Franse Revolutie al dan niet heimelijk in stand hielden, heeft het schermersgilde dit tijdperk niet overleefd. Het Voormalig Groot Koninklijk en Edel Serment der Kruisboogschutters van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavel wordt het toevluchtsoord dat deze traditie in ere houdt. Pas in 1984 droeg dit Koninklijk en Edel Serment de nalatenschap van het `Serment des Saints Michel et Gudule´ over aan het `Maison de l'Escrime´. Zo wordt het `Maison de l'Escrime´ een moderne sportclub, terwijl het Serment met zijn verwijzingen naar zijn gildeverleden en traditie als burgerwacht onder zijn leden schermkunstminnaars telt, maar ook hartstochtelijke liefhebbers van de volkskundige en stadsgeschiedenis.
Het Serment beschikt helaas niet langer over een eigen ruimte in de stad Brussel, maar deelt samen met het `Maison de l'Escrime´ lokalen in Watermaal-Bosvoorde, namelijk in het Sportstadion De Drie Linden.
Het Serment en het `Maison de l'Escrime´ verkeren in goeden doen en tellen zo'n 200 leden, onder wie 20% vrouwen, die momenteel dezelfde locatie als de mannen gebruiken. Het lidmaatschap van het Serment is voor iedereen toegankelijk zolang het lidgeld wordt betaald, vanaf zeven jaar. Bij het schermen worden de leden begeleid door gediplomeerde schermmeesters en hanteren ze verschillende steekwapens (zwaard, sabel, floret) om uiteenlopende redenen (recreatieve sport, sociale herinschakeling, topniveau, enz.) en in verschillende vormen (handischermen, schermen om gezondheidsredenen, ...).
Bij het Serment onderscheiden we Gezworenen of Gildemeesters, Wapenmeesters, Ouderlingen en Gezellen. Het Serment roept zijn leden voor de traditionele `Tir du Roy´, het Koningsschermen, samen. Dit is een wedstrijd waarbij destijds met een `touché!´ de Koning der Schermers werd aangeduid. De leden worden daarnaast uitgenodigd hun vaardigheden ten dienste te stellen van de werking en de uitstraling van het Serment.
Het Serment is actief als lid bij de Ommegang en stapt jaarlijks in de stoet op. De instelling onderhoudt nauwe banden met de andere Sermenten en alle andere Belgische schermverenigingen, die het partij geeft in de nationale competitie.
Contact:
De heer Florian Dewandeleer
Léopold Wienerlaan 60
1170 Watermaal-Bosvoorde
E-mail: serment@maison-escrime.be
Groot Koninklijk Serment en van Sint-Joris der Kruisboogschutters
Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed
Referentie: 5000-0014
(Nr: PCI/CIE BRU0014)
Het Groot Koninklijk Serment en van Sint-Joris der Kruisboogschutters houdt de traditie en de waarden van de middeleeuwse militaire gilden levend door de edele kunst van het kruisboogschieten te ontwikkelen. De gilde telt een honderdtal leden: een deel ervan heeft een passie voor de schietkunst - sommigen van hen nemen deel aan de nationale wedstrijden van de Nationale Unie der Kruisboogschutters van België (NUKB), anderen zijn geboeid door de geschiedenis en de folklore van de Stad Brussel.
De toetreding tot deze gilde van mannen en vrouwen gebeurt via een systeem van peetschap en volgt een vaste ritus. De gezellen moeten regelmatig deelnemen aan protocollaire schietoefeningen en rituelen van de gilde. Daarnaast stellen ze hun vaardigheden ten dienste vereniging, om de werking en de uitstraling ervan te garanderen.
Het gildehuis ligt aan de Borgendaalgang, onder de Sint-Jacobskerk-op-de-Koudenberg, vlakbij het Koningsplein. Het is tegelijk de schietbaan (de techniek telt twaalf stappen op 6, 10 of 20 meter), de plaats waar de meeste ceremonieën plaatsvinden en de gedenkplaats, meer bepaald een museum. Dit is voor het publiek toegankelijk en verenigt het erfgoed van de gilde, de historische voorwerpen, waarvan de meest uit de 19e en de 20e eeuw, maar ook enkele uit de 18e eeuw, en een veertigtal kruisbogen.
Op de activiteitenkalender van de vereniging staan schietoefeningen, rondes en banketten. Ter gelegenheid van de Dag van de Gilde, de zaterdag na Hemelvaart, leggen de nieuwe leden na hun opleiding de eed van de Gilde af in de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk.
De Ommegang was oorspronkelijk de jaarlijkse processie van de kruisboogschuttersgilde, die tot op vandaag trouwens nog ieder jaar meewerkt aan en vertegenwoordigd is op dit evenement. Bij die gelegenheid, en ook op manifestaties in het kader van de 15e en de 16e eeuw en van het bewind van Karel V, dragen de gezellen hun bordeauxkleurige renaissance-uniform, aan de randen afgewerkt met rood en oud goudgroen. De klederdracht van de kruisboogschutter die afgebeeld wordt op een van de wandtapijten in de gotische zaal van het stadhuis, is precies dezelfde. Ook de beschrijving die Juan Calvete de Estrella, een volgeling van Filips II, maakte van de Ommegang van 1549 die aangeboden werd aan Karel V en zijn zoon, komt hiermee overeen.
Als ambassadeur van het levende erfgoed in Brussel is het Serment ook aanwezig op vele festiviteiten in Brussel (Meyboom, hulde door de kuisboogschutters aan Manneken Pis op het feest van Sint-Sebastiaan, de Family Day op de Koudenberg, ...), in België (bedevaartstocht ter ere van Sint-Gertrudis van Nijvel, het Festin de Lessines, de Triomphes de Binche) en in het buitenland (de Blijde Intrede van Karel V in Düren, de Johannesfeesten in Reims, de Palio in Sansepolcro). Het Serment heeft ook deelgenomen aan de Wereldtentoonstelling in Milaan.
Het Groot Koninklijk Serment en van Sint-Joris streeft naar openheid en dynamiek. De gilde heeft een afdeling voor kadetten geopend, zodat jongeren vanaf 14 jaar kunnen toetreden. Ze ijvert voor gendergelijkheid, ook bij het toekennen van de hoogste functies binnen de gilde.
Contact:
Michel Duponcelle, griffier
Borgandaalgang/ Koningsplein 7-9
1000 Brussel
greffier@arbaletriers-saint-georges.be
www.arbaletriers-saintgeorges.be