het Stripverhaal
Wat is een stripverhaal? Het antwoord kan in een paar woorden worden samengevat: een stripverhaal is een reeks beelden die een verhaal vormen, waarbij het scenario in de beelden is geïntegreerd. Het is de meest literaire van de beeldende kunsten, geboren uit de synergie tussen een verhalend verlangen en artistieke uitdrukking. Daarbij spelen heel wat partijen een rol: de auteur, de scenarist, de tekenaar, de uitgever, de drukkerij die de strip ook verspreidt en boekhandels ... en uiteraard ook de lezers.
In België, en vooral in Brussel, wordt de kunst van het stripverhaal al bijna 200 jaar beoefend (een van de oudste voorbeelden, Le Déluge à Bruxelles van Richard de Querelles, dateert uit 1843!) Maar het was Hergé, de schepper van Kuifje, die in 1929 het begin van een tijdperk inluidde en de deur opende naar de ontwikkeling van de praktijk in het land en zijn hoofdstad.
Brussel is een van de belangrijkste stripcentra ter wereld, niet in het minst dankzij de invloed van Hergé en het wereldwijde succes van De avonturen van Kuifje die hebben bijgedragen tot de internationale bekendheid van de Belgische strip. Maar dat is niet alles ... Brussel is van oudsher een belangrijk uitgeverscentrum voor strips en ook voor opleidingen, waarvan de aantrekkingskracht op buitenlandse stripauteurs vandaag de dag nog steeds erg groot is. Op cultureel gebied is het gewest rijk aan musea, tentoonstellingen en festiviteiten. Er is ook een heus stripverhaalparcours dat integraal deel uitmaakt van het Brusselse landschap, met meer dan 70 muurschilderingen die zich vooral in het stadscentrum bevinden, maar ook in een aantal randgemeenten.
Hoewel strips hun oorsprong vinden in de 19e eeuw en tot volle bloei kwamen in de 20e eeuw, is het in de 21e eeuw een steeds evoluerende markt, afgestemd op het lezerspubliek.
Aan het begin van de 20e eeuw speelden kinderstrips, vooral gesteund door de Belgische geestelijkheid, een belangrijke rol in de opvoeding van kinderen (vooral jongens). Na verloop van tijd ontstond er een lezerspubliek voor volwassenen en werden er nieuwe genres speciaal voor dat publiek ontwikkeld. Sinds enkele jaren introduceren vrouwelijke auteurs meer gemengde onderwerpen en heldinnen, waardoor het lezerspubliek verder wordt uitgebreid.
Stripformaten zijn ook blijven evolueren sinds de jaren 1990, met digitale strips als de laatste ontwikkeling van de kunstvorm. De productie van stripboeken is sindsdien meervoudig, met verschillende vormen en genres die over de hele wereld opnieuw worden uitgevonden.
In 2020 waren strips het tweede populairste publicatiemedium in de Federatie Wallonië-Brussel, vlak na de algemene literatuur, maar economisch gezien vormden ze het belangrijkste medium. Wat Nederlandstalige strips betreft, publiceerde de grootste uitgever, Standaard Uitgeverij, ongeveer 80 originele werken in het Nederlands en 125 vertalingen van het Frans naar het Nederlands. Wat originele creaties betreft, werden tussen de 25.000 en 70.000 exemplaren gedrukt. Bij Nederlandstalige stripuitgevers zijn de grootste oplages voor familiestrips zoals De Kiekboes, FC De Kampioenen, Suske & Wiske of Jommeke. De oplage van vertalingen ligt tussen de 5.000 en 25.000 exemplaren, terwijl de oplage van graphic novels tussen de 1.000 en 3.000 exemplaren ligt.
Belgische strips blijven een referentiepunt voor ons erfgoed, in het bijzonder in Brussel. De traditie leeft vandaag de dag voort dankzij de vele liefhebbers en initiatieven (festivals, musea, scholen …) die worden georganiseerd om de kennis, knowhow en het erfgoed dat eigen is aan de kunstvorm door te geven. Ondanks de wettelijke erkenning als 9e kunst, lijden strips nog steeds onder hun dubbele status, op de grens tussen literatuur en grafische kunst, wat niet altijd garandeert dat hun auteurs volledig van hun kunst kunnen leven. De opname in de inventaris van de praktijk van het stripverhaal in al zijn dimensies benadrukt de belangrijke plaats van de stripkunst in het hart van het gewest als symbool en essentieel DNA van Brussel.